Vandaag wat uitgeslapen en daarna naar de Mainlodge gewandeld voor het ontbijt. Gelijk een lunchpakket besteld en daarna een kort ritje naar Kejimkujik Seaside National Park. Dat is het kleine broertje van het andere park. We willen daar de Harbour Rocks Trail gaan lopen. Er hangt echter een waarschuwingsbord: Caution! Bear in area! We kijken in het logboek en zien vandaag nog geen notitie. We wagen het erop, maar eten wel eerst even ons meegebrachte broodje op, want dat ruiken ze op grote afstand. Het blijkt een prachtige trail te zijn die gaat door bos- en duinlandschap, over witte zandstrandjes met turquoise water en rotsen. Op de rotsen liggen zeehonden te zonnen. Zelf hebben we ook op een rots gezeten, het toppunt van ontspanning. Ook hier staan onderweg weer de bekende rode stoelen, die overal geplaatst zijn in verband met 150 jaar Canada. Als je daar in zit wil je niet meer weg. Thuis hebben we nog na zitten genieten op ons terras met een lekker bakje koffie en de cookies die nog over waren van het lunchpakket. Super sunday!
Maand: juli 2017
De eeuwig zingende bossen
Vandaag zijn we Nova Scotia in de breedte overgestoken, maar eerst hebben we vanochtend nog een Historic Garden bezocht, een mooie botanische tuin. We waren er al vrij vroeg en het was nog heerlijk rustig. We hebben niet alleen mooie bloemen en vijvers gezien, maar ook chipmunks. Wat zijn dat toch grappige beestjes. Halverwege de rit komen we langs het Kejimkujik National Park, waar we even afslaan om een bezoek te brengen aan het Visitor Centre. Hier is een kleine tentoontstelling over de oorspronkelijk bewoners (First Nation People). Indrukwekkend is de wijze waarop de kano’s door de Indianen werden gemaakt. We worden welkom geheten in drie talen. De eerste twee (engels en frans) zijn te volgen. De derde is een ander verhaal: Pjilita’kw Kejimkujik Kmîtkinaq Maqamikew Anko’tasîk. Zeg dat maar eens na! De hele rit gaat door een gebied met bossen, meertjes en moeras. Aan de oostkant aangekomen zijn we doorgereden tot White Point, waar we nu een aantal dagen blijven. Het uitzicht vanuit de kamer is grandioos. Er ligt een meertje voor de deur, met daarachter een kleine dam en daarachter de zee. Er zit ook een kolonie aalscholvers, die ter hoogte van onze kamer de landing inzetten, een schitterend gezicht. We zullen ons hier best gaan vermaken de komende twee dagen.
Eilandhoppen
Vandaag maken we het weer mee waar Nova Scotia bekend om is. We starten met mist. Omdat mist meestal in de loop van de dag optrekt gaan we toch voor ons oorspronkelijke plan. Digby ligt vlak bij het schiereiland Digby Neck, daarachter ligt een eilandje (Long Island) en daar achter nog een eilandje (Brier Island). Tussen de eilandjes varen pontjes en voor 7 CAD kun je retour. Er kunnen 20 auto’s op, het zijn hele leuke bootjes. We drinken koffie op Digby Neck in een klein schooltje. De school wordt gecombineerd met een klein café, wat tevens ontmoetingsplaats is voor de lokale bevolking. De deur naar het piepkleine gymzaaltje staat open en ik kan het natuurlijk niet laten om daar even een blik naar binnen te werpen. Op Long Island lopen we de trail Balanced Rock, waar we ook picknicken. Balanced Rock is een vertikale rots, die slechts een klein stukje op een andere rots staat. Aan het eind van de trail gaan er 165 trap treden naar beneden naar de rots. Het eerste gedeelte van het pad loopt door een prachtig bos met bijzondere mossen, grote varens en larixen. De natuur op de eilandjes is prachtig, overal bloemen en de mist geeft het een mystiek uiterlijk. De tweede trail die we lopen is de Fundy View Trail, die gaat over een heuvel. Aan de andere kant van de heuvel is het nog steeds vrij mistig, maar op de terugweg komt er ineens een vuurtoren te voorschijn, heel apart. De zon breekt dan door en op de terugweg kunnen we ook zien waar we varen. Morgen maken we de oversteek over land naar de zuidoost kust van Nova Scotia.
Walk in the footsteps of those who came before
Vandaag hebben we lekker uitgeslapen en zijn vervolgens de historie ingedoken. We zijn op bezoek geweest in Annapolis Royal, de eerste Europese nederzetting op Nova Scotia. Na een bezoek aan het VVV, dat hier altijd zeer de moeite waard is, omdat de mensen echt met passie over de bijzonderheden vertellen, zijn we begonnen in Port Royal. Dit is de eerste Franse compound in Noord Amerika, gesticht in 1605. De Fransen dreven handel met de oorspronkelijke bewoners, de Mi’kmaq indianen. In het plaatsje zelf staat het op één na oudste houten huis in Canada, een krotje, waarvan de planken gevaarlijk kraakten en doorbogen. Hier heeft het de titel museum. Ook zijn er een paar leuke galerieën. Wat jammer toch dat zo’n koffer z’n beperkingen heeft. Ook in Annapolis staat Fort Anne, een voormalig Brits fort met een orgineel buskruitmagazijn uit 1708. Hier hebben we nog een spelletje croquet gespeeld. Dat heeft wel iets van boerengolf. De tijd staat hier overigens niet stil, want we kwamen een wel heel moderne grasmaaier tegen. Terug in Digby is Kees nog gaan hardlopen om tegemoet te komen aan de ontwenningsverschijnselen……… Morgen zijn we nog een dag hier en dan gaan we lekker wandelen.
Een koude start en een warme ontvangst
Vanochtend in alle vroegte wilden we een douche nemen, maar er kwam alleen maar koud en bruin water uit de kraan. Brrrrrr . De receptie vertelde dat men er mee bezig was, maar ja het was een oud gebouw…… Omdat we de veerboot moesten halen hebben we er verder maar geen punt van gemaakt. Het inschepen verliep heel apart en anders dan we gewend zijn. Op de boot zelf moesten we nog een rondje rijden. Kleine auto’s moesten achteruit in parkeren en de grotere “tanks” werden overdwars neergezet. Boven waren er twee café’s, een speciale truckers lounge, een winkeltje en vliegtuigstoelen, maar wel met drie keer zoveel ruimte. De airco stond ijskoud, dus ook hier hadden we moeite om warm te worden, maar na ontbijt en koffie lukte het dan toch. Toen we terug beneden kwamen leek er een onontwarbare knoop aan auto’s op het dek te staan, maar we zijn zonder deuken aan land gekomen. We zijn nu in Digby, aan de andere kant van de Bay of Fundy. Ook hier een groot getijde verschil. Digby is een heel leuk plaatsje, eigenlijk het eerst plaatsje dat echt een centrum heeft. Er zijn leuke winkeltjes, dus ………shoppen! Vanaf nu gaan we ons reistempo verlagen om straks alle indrukken te kunnen verwerken en uitgerust weer thuis te komen. In dit hotel gaat dat zeker lukken, het is gevestigd in een oud kasteeltje, heel sfeervol. Eromheen ligt een mooie tuin en een bos. We hebben daar vanmiddag nog een trail gelopen, maar werden al snel weer lek geprikt, zodat we er maar een powerwalk van hebben gemaakt. Het personeel is internationaal, want toen ik bij het inchecken de voucher aan de receptioniste gaf schakelde ze gelijk over op Nederlands en begon enthousiast te vertellen dat ze een stage deed voor de hotelschool gedurende zeven maanden op verschillende lokaties in Canada. Hoe leuk is dat!
Saint John
We zijn vandaag op tijd vertrokken naar Saint John, na voor de laatste keer van de kolibries genoten te hebben, omdat we op tijd in de stad wilden zijn. Om op te schieten nemen we een stukje autobaan. Hoezo autobaan, waar zijn al die auto’s? Wat is het toch heerlijk autorijden in Canada. We komen om 12.00 uur al aan en ploffen gelijk op een terras neer. Saint John blijkt een hele relaxte stad te zijn. Vanuit het hotel (9de verdieping) hebben we een mooi uitzicht over de stad. We zitten bij de haven en hebben ook uitzicht op de beach volleybal velden die hier zijn aangelegd. We brengen de hele middag in de stad door. Hier geen oude houten huizen, alles is van steen. De bewoners spreken of engels of arcadisch frans en dat klinkt heel anders dan wij het hebben geleerd. Onze reisorganisatie omschreef het als: “Zoals Erik Hulzebosch Nederlands spreekt”. En inderdaad, je kan er bijna niks van maken. Ooit was Saint John de derde haven van de wereld, het verval trad in toen houten schepen uit de gratie raakten. Downtown Saint John is zeker de moeite waard. Hoogtepunt is the Old City Market die nog steeds in gebruik is. Natuurlijk zijn we daar gaan kijken. Morgen is het even doorbijten want dan loopt de wekker om 5.30 uur af. We gaan namelijk met de veerboot weer terug naar Nova Scotia.
Eb en vloed
Terwijl de kolibries al weer dansen voor de ramen zitten we aan het ontbijt met een piano muziekje op de achtergrond: “What a wonderful world”. Voor het eerst sinds tijden wordt de zon een beetje afgeschermd door wat sluierbewolking, maar met 19 graden is het prima weer voor ons plan van vandaag: het lopen van een aantal trails in Fundy National Park. We lopen naar een waterval en vervolgens rond een meertje. We zien een beverburcht, maar de familie bever laat zich niet zien. New Brunswick is bekend om zijn overdekte bruggen, waarvan er één in het National Park ligt en ook die gaan we bekijken. Terug in Alma is het inmiddels hoog water geworden en de bootjes die eerst op het droge lagen liggen nu te dobberen in het water. Later op de dag zien we het bijna eb worden zo hard gaat het. Morgen gaan we weer rijden door Hill Billy Country. We gaan op bezoek in Canada’s oudste stad: Saint John.
New Brunswick here we come
Na een schitterende zonsondergang gisteravond zijn we vanochtend op tijd vertrokken. Met pijn in ons hart, want de vuurtoren was een super plek. We verlaten PEI via de Confederation Bridge, die in 1997 is gebouwd. Aan deze brug zit een stukje vaderlandse trots vast, want Ballast Nedam was één van de bouwers samen met een Franse en een Canadese partner. Hij lijkt een beetje op de Zeelandbrug, maar is met 13 km tweemaal zo lang en met 60 meter zevenmaal zo hoog. De 44 pijlers staan 250 meter uit elkaar om in de winter de 4 meter dikke ijsgang te kunnen weerstaan. De brug is veel breder dan de Zeelandbrug en dat rijdt een heel stuk prettiger. Het is een schitterend bouwwerk om te zien. We stoppen gelijk aan de overkant, van waaruit prachtige foto’s van de brug te maken zijn. Onderweg eten we een broodje en raken in gesprek met 3 wielrenners, die uit Montreal kwamen en in New Brunswick een huisje hadden gehuurd om daar te kunnen fietsen. We krijgen gelijk allerlei tips waar de lobster goed is. Bij de Hopewell Rocks stoppen we voor de laatste keer onderweg. De Flower Pot Rocks zijn hiervan de bekendste en dat blijkt want er is een enorme toeristenfabriek rond heen gebouwd. We hebben geluk dat het laag water is, zodat we ook naar de rotsen toe kunnen lopen. Er is hier namelijk een enorm getijde verschil van 16 meter in iets meer dan 6 uur. Daarna rijden we nog een half uurtje door naar Alma, waar we een hotel opzoeken. Omdat het al redelijk laat is eten we ook in het hotel en daar komt de verrassing van de dag. Aan ieder raam in het restaurant hangt een drinkreservoir en daar komen kolibries op af. Nog nooit zo van dichtbij zo goed kolibries kunnen bekijken!
Patato Day
Vanochtend hebben we ons voor het eerst verslapen. Het slaapt ook wel heel lekker op het ritme van de golven van de oceaan. We hebben ons eigen ontbijtje gemaakt, want het is hier help yourself. Na een onweersbui vannacht is het afgekoeld tot zo’n 20 graden, maar het is nog steeds prachtig weer. Vandaag stond in het teken van de aardappel, want daar is PEI beroemd om. Ze hebben hier echt heerlijke aardappels en aardappeleter als ik ben konden we niet om het Patato Museum heen. Je zou denken hoe kun je daar nu een museum van maken, maar het was best groot en nog leuk ook. Heel breed, de Aardappeleters van Vincent van Gogh waren bijvoorbeeld niet vergeten. In het restaurant kun je aardappels eten op alle mogelijke manieren. Wij hebben het bij de aardappelsoep gehouden. Toen we buiten kwamen zaten er overal mensen op stoeltjes langs de kant van de weg en het was duidelijk dat er iets stond te gebeuren. Het bleek de optocht te zijn van het Patato Blossom Festival dat dit weekend plaatsvindt. Vooraf gegaan door twee doedelzakspelers kwam er een bonte stoet langs die het midden hield tussen de reclame karavaan van de Tour en een carnavalsoptocht. Heel veel oude tractoren en oldtimers. Super leuk om te zien. Het publiek werd getrakteerd op snoepjes en ijsjes. We maakten echt deel uit van de lokale folklore. Toen één van de oldtimers er mee op hield heeft Kees nog geholpen om hem aan de kant te duwen. Vanmiddag hebben we nog even lekker gerelaxed op ons balkon. Morgen gaan we Prince Edward Island verlaten en trekken we verder naar New Brunswick.
Going West
Vanochtend heel gezellig ontbeten met een Canadees stel, waarvan de grootvader van de man destijds uit Zweden naar Canada is vertrokken. De man had een eigen loodgietersbedrijf gehad en was net met pensioen. Ze waren op PEI om hun dochter en kleinkinderen te zien. Zo gaat dat hier als je allebei in een ander deel van Canada woont. Je spreekt ergens in het midden af op een mooi plekje en brengt enkele dagen met elkaar door. Wij kunnen ons daar niks bij voorstellen, maar hier is dat heel gewoon. Hierdoor zijn we wat later gaan rijden, maar vandaag is het een lekker kort ritje. Tussen de middag komen we al aan op onze bestemming van vandaag: West Point Lighthouse. Dit is een vuurtoren uit 1875 waar een klein hotel aan vast zit. Het leek ons aanvankelijk wel leuk om in de vuurtoren te overnachten, maar op advies van het reisbureau hebben we dat niet gedaan en dat is maar goed ook, want iedereen die de vuurtoren gaat beklimmen komt langs je slaapkamer en de kamer ligt zo laag dat je ook nog geen uitzicht hebt. In het hotel hebben we nu een schitterend uitzicht op het strand en de zee. We wonen praktisch op het strand. Vanmiddag hebben we een heerlijke strandwandeling gemaakt en na de koffie hebben we de vuurtoren beklommen en het museum bekeken. Het is hier ook redelijk afgelegen. In West Point Harbour zit één snacktentje, dus daar gaan we het vanavond maar mee doen. Daarna gaan we met een lekker drankje op ons balkon kijken hoe de zon in de zee zakt!