Zeven + zeven

Op de laatste vakantiedag slapen we uit en doen lekker lang over het ontbijt. We zetten zelf nog even koffie en daarna moeten we toch echt om 11.00 uur uitchecken. We hebben de bagage in de auto gedaan en zijn toen gaan wandelen, want voor een lange vlucht is het wel lekker om nog even wat te bewegen. Voordat we naar het vliegveld reden hadden we ook nog alle tijd om te zonnen op het strandje aan het meer bij het hotel. Zo’n laatste dag met een nachtvlucht terug voel ik me altijd een beetje een zwerver. Het geld is (bijna) op en je hebt niet echt een eigen plek meer. In het Hank Snow museum hadden we gelezen dat hij op een gegeven moment slechts 12 dollar op zak had, maar wel in een Cadillac reed omdat hij dat bij zijn status als artiest vond passen. Met 8 dollar, een volkswagen Jetta en weemoedige gedachten staan wij er naar mijn gevoel nog minder goed voor. Het vliegveld van Halifax is heel relaxed. Het is een international airport, maar de enige internationale vlucht die avond is die van ons naar Reykjavik. Voor de rest alleen maar binnenlandse vluchten. Het inleveren van de auto gaat razendsnel en we hebben dan ook nog alle tijd om wat te gaan eten. Het vliegtuig zit helemaal vol. We vertrekken redelijk op tijd en van de vier uur die deze vlucht duurt vliegen we nog 1,5 uur over Canada, wat een groot land is het toch. We vliegen ook nog over Charlottetown op Prince Edward Island, één van de hoogtepunten deze reis. In Reykjavik regent het deze keer, maar het is gelukkig minder koud als op de heenreis. Binnen een uur tijd vertrekken er drie vluchten naar Amsterdam en we hebben drie stoelen met z’n tweeën, heerlijk wat een ruimte! Als we uiteindelijk landen na eindeloos rondjes boven Amsterdam te hebben gedraaid hebben we zeven uur gevlogen. Dit keer is het waanzinnig druk op Schiphol. We staan bijna een uur bij de bagageband, waar bagage van zeker vier verschillende vluchten op komt. Inmiddels hebben we weer honger en gaan nog even een broodje eten. Daarna naar de NS informatiebalie, want er zijn werkzaamheden op het spoor en we willen vragen wat de beste optie is in verband met de koffers. Als we daar de lange rijen zien zinkt ons de moed in de schoenen en besluiten we maar gewoon de trein te pakken en het aan de conducteur te vragen. Maar ja, als je zo’n man of vrouw nodig hebt dan komen ze natuurlijk niet langs en in Den Haag gaat het op Hollands Spoor al mis. Bij Delft staat een trein met panne en we moeten er allemaal uit. Verdere informatie wat te doen ontbreekt. We stappen op de trein die Rotterdam als eindpunt heeft. Dan zijn we weer een klein stukje dichter bij huis. Vanaf Dordrecht zouden er bussen rijden naar Roosendaal, dus pakken we de Sprinter naar Dordrecht en daar staat inderdaad een NS bus bij het station. Alleen deze bus gaat niet naar Roosendaal, dan moeten we in Zwijndrecht zijn. Dus met dezelfde trein als we gekomen waren weer terug naar Zwijndrecht en daar staat dan de goede bus. We krijgen er wel nog een gratis site-seeing bij door het Brabantse land, want we stoppen nog drie keer voor Roosendaal. In Roosendaal is de trein naar Vlissingen net vertrokken, zodat we nog een bakje koffie scoren om wakker te blijven. In de trein bellen we met “taxi Brigitte” en zo komen we dan toch thuis. Vanaf de landing op Schiphol hebben we ook hier zeven uur over gedaan. Als we ’s avonds om 21.30 uur naar bed gaan zijn we precies 32,5 uur wakker. In onze dromen komt de hele geweldige vakantie weer voorbij: de mooie natuur, het super fijne weer, de leuke ontmoetingen en de verschillende accomodaties met ieder hun eigen charme, variërend van super de luxe tot de cottage waar het kofferrekje instortte, de vloer golven had als van de oceaan, alle deurtjes scheef in de kastjes zaten en de laden eerst niet open konden en vervolgens niet meer dicht. Wij hebben veel plezier beleefd aan deze reis en uit alle reacties via het weblog, facebook en e-mail hebben we begrepen dat velen van jullie hebben meegereisd. Bedankt voor alle reacties. Super leuk!

A new guy of 90

Het ontbijt bestond vanochtend uit een muffin, want het restaurant bij de cottages was gesloten tot 11.00 uur. De Nova Scotia mist was weer aanwezig en we waren nieuwsgierig hoe Peggy’s Cove er dan uit zou zien. Het overtrof alle verwachtingen. Vandaag hebben we wat meer rondgekeken in het plaatsje zelf en de door komende zon en langzaam verdwijnende mist maakte het tot een prachtig geheel. Op een heel klein terras met 4 tafeltjes bij een winkeltje hebben we koffie gedronken en genoten van het uitzicht, maar meer nog van de verhalen van een oude baas van zeker 90. Hij woonde al 40 jaar in Peggy’s Cove, maar was nog “one of the new guys”, want de meeste anderen woonden er al langer. Ook in de winter bleef hij op zijn post. Hij vertelde geweldige verhalen over de stormen in de winter en de golven die dan het plaatsje geselen. Het was eigenlijk onze bedoeling om twee nachten in de cottage te blijven, maar dat kon niet want er was “no vacancy”. Daarom moesten we voor de laatste nacht nog naar een ander hotel. Dus hebben we weer koers gezet richting Halifax en slapen nu in Fall River. We gaan vanavond wat later naar bed en proberen lang te slapen, want morgen hebben we “nachtdienst”. Maar eerst gaan we zo nog even bubbelen, want we hebben hier een suite met een bubbelbad en heel veel ruimte. Het hotel ligt op 10 minuten rijden van het vliegveld en vanmiddag zijn we dan ook weer in de gewone wereld teruggekeerd. Het sprookje is bijna over.

De uitdaging

Voordat we uit downtown Lunenburg vertrokken zijn hebben we nog even een broodje gehaald bij de Subway voor onderweg. Daarna hebben we de Lighthouse route weer gevolgd en de eerste halte van vandaag was Mahone Bay, een plaatsje gelegen aan een prachtige baai met dezelfde naam. Bij East River konden we kiezen om een stuk af te steken of de hele landtong te volgen. Dat laatste hebben we gedaan en bij Blandford hebben we aan het water onze lunch opgegeten. Aan de andere kant van de landtong ligt St. Margarets Bay, ook al zo’n mooie baai met rotsen en strandjes en natuurlijk de huisjes en kerkjes waar we geen genoeg van kunnen krijgen. Halverwege de middag waren we bij Indian Harbour op de eindbestemming van vandaag, een cottage op 4 kilometer van Peggy’s Cove. Daar ligt de meest gefotografeerde vuurtoren van Canada. Het is de bekendste attractie van Nova Scotia. Op het gemak hebben we eerst koffie gezet en dat meegenomen naar het strand. Om 16.00 uur zijn we pas vertrokken naar Peggy’s Cove in de hoop dat de meeste toeristen inmiddels vertrokken waren. De grote uitdaging was om een foto te maken van de vuurtoren zonder mensen erop. In het begin leek dat tot mislukken gedoemd, want er werd net een bus Japanners losgelaten en er liepen ook al heel veel mensen rond. Het weer is ook vandaag schitterend en we hebben rustig op de rotsen zitten wachten. En ……….na bijna een uur riep ik naar Kees: “Yes, het is gelukt!”

Birthday in Lunenburg

10 jaar na dato ben ik weer jarig in Canada, nu in Lunenburg, destijds in Jasper. Het eerste cadeau is opnieuw een stralend zonnige dag. Gelijk maar even gebeld met het thuisfront. Tijdens het ontbijt stromen via whatsapp en  facebook de felicitaties binnen. Bedankt allemaal! We hebben vandaag heel Lunenburg verkend en nog net geen blaren op onze voeten. Vanochtend hebben we vooral gewinkeld en galerieën bezocht. Aan de haven gezellig geluncht en vanmiddag zijn we in het Fisheries Museum of the Atlantic geweest. Hier hebben we onder andere een kreeft van 11 kg gezien. We zijn aan boord geweest van de Cape Sable, een trawler die in 1962 in Leiden is gebouwd. Toch weer die Hollanders …..Ook zijn we ingescheept op de Theresa E Connor, een prachtige tweemaster. De bekendste boot van Lunenburg, de Bluenose 2, heeft tijdelijk de thuishaven verlaten. Tenslotte waren we ook nog in de St. John’s Anglican Church, een fantastisch mooie kerk en één van de pronkstukken van Lunenburg. Vanavond heerlijk gegeten, na bijna 4 weken vis weer eens een lekkere biefstuk. Morgen trekken we verder naar het noorden.

My Nova Scotia Home

Ons uitzicht was gisteravond zelfs in het maanlicht prachtig, we hebben er nog lang naar gekeken. Maar vandaag een nieuwe dag. Thuis hebben we muziek van Hank Snow, een country zanger. Die is geboren in Brooklyn/Liverpool en daar komen we vandaag voorbij. Er blijkt zelfs een Hank Snow Museum te zijn en daar gaan we natuurlijk even langs. Het is een klein, maar heel verzorgd museum, waar al zijn show kleding is uitgestald, zijn Cadillac staat te pronken en een hele wand bedekt is met alle platen die hij heeft gemaakt. Ook zijn er foto’s van de artiesten waarmee hij heeft opgetreden, waaronder Elvis Presley. Eén van zijn bekendste songs is My Nova Scotia Home. Hierna hebben we de Lighthouse route weer opgezocht en een prachtige rit langs de kust gemaakt. Bij Cherry Mills zijn we gestopt bij een piepklein haventje, waar helemaal niemand was. Het uitzicht was magnifiek, een betere lunchplek hadden we ons niet kunnen wensen. Vlak voor Lunenburg zijn we met een cable ferry een baai overgestoken. Dat was een leuke belevenis. We zitten hier in The Mariner King Historic Inn en dat is een ervaring op zich. Terwijl ik dit zit te typen staat de (nep) open haard aan en verlichten de vlammen de kamer. De airco is weggewerkt achter een schilderij. Als je beneden in de lift stapt is er een wand met een afbeelding van onder water met een scheepswrak en een inktvis. Ga je dan naar boven dan komt er een patrijspoort, waardoor je een vuurtoren ziet. Ga je nog verder naar boven dan zie je de zee met een zeilboot en als je op de bovenste verdieping aankomt is er weer een patrijspoort en zie je de kademuur. Heel knap gedaan. Lunenburg staat op de UNESCO wereld erfgoed lijst. Er staan fantastische oude houten huizen in de meest vrolijke kleuren en in de haven liggen prachtige boten. Morgen zijn we hier nog de hele dag om het stadje te bekijken.

Laundry Day

Alweer een schitterende zonnige dag vandaag. We voelen ons echte geluksvogels. Vanochtend na het opstaan genoten van ons uitzicht, wat een fantastische weerspiegeling in het water! Het is nog doodstil, zelfs de aalscholvers zijn nog stil en zitten als standbeelden op de rotsen. Daarna op het gemak naar de Mainlodge gewandeld voor het ontbijt, genietend van de kleine dingen in het resort. White Point is een community resort, dat wil zeggen dat er verder geen plaatsje in de buurt is, maar het heeft veel voorzieningen. Zo ook een wasserette, waar we hoog nodig weer eens naar toe moesten. Nadat we de was aangezet hadden hebben we een take-away coffee gehaald en zijn daarna heerlijk aan het strand gaat zitten. Zo wil ik altijd wel wassen. Na een soepje in de Mainlodge als lunch zijn we een trail gaan lopen om het resort heen. Er zitten hier veel vlinders. Daarna met de koffie op ons terras, terwijl er af en toe een kano voorbij glijdt. Morgen rijden we door naar Lunenburg, maar het uitzicht hier dat zullen we nooit vergeten. Het is bijna onwerkelijk zo mooi.

No bear today

Vandaag wat uitgeslapen en daarna naar de Mainlodge gewandeld voor het ontbijt. Gelijk een lunchpakket besteld en daarna een kort ritje naar Kejimkujik Seaside National Park. Dat is het kleine broertje van het andere park. We willen daar de Harbour Rocks Trail gaan lopen. Er hangt echter een waarschuwingsbord: Caution! Bear in area! We kijken in het logboek en zien vandaag nog geen notitie. We wagen het erop, maar eten wel eerst even ons meegebrachte broodje op, want dat ruiken ze op grote afstand. Het blijkt een prachtige trail te zijn die gaat door bos- en duinlandschap, over witte zandstrandjes met turquoise water en rotsen. Op de rotsen liggen zeehonden te zonnen. Zelf hebben we ook op een rots gezeten, het toppunt van ontspanning. Ook hier staan onderweg weer de bekende rode stoelen, die overal geplaatst zijn in verband met 150 jaar Canada. Als je daar in zit wil je niet meer weg. Thuis hebben we nog na zitten genieten op ons terras met een lekker bakje koffie en de cookies die nog over waren van het lunchpakket. Super sunday!

De eeuwig zingende bossen

Vandaag zijn we Nova Scotia in de breedte overgestoken, maar eerst hebben we vanochtend nog een Historic Garden bezocht, een mooie botanische tuin. We waren er al vrij vroeg en het was nog heerlijk rustig. We hebben niet alleen mooie bloemen en vijvers gezien, maar ook chipmunks. Wat zijn dat toch grappige beestjes. Halverwege de rit komen we langs het Kejimkujik National Park, waar we even afslaan om een bezoek te brengen aan het Visitor Centre. Hier is een kleine tentoontstelling over de oorspronkelijk bewoners (First Nation People). Indrukwekkend is de wijze waarop de kano’s door de Indianen werden gemaakt. We worden welkom geheten in drie talen. De eerste twee (engels en frans) zijn te volgen. De derde is een ander verhaal: Pjilita’kw Kejimkujik Kmîtkinaq Maqamikew Anko’tasîk. Zeg dat maar eens na! De hele rit gaat door een gebied met bossen, meertjes en moeras. Aan de oostkant aangekomen zijn we doorgereden tot White Point, waar we nu een aantal dagen blijven. Het uitzicht vanuit de kamer is grandioos. Er ligt een meertje voor de deur, met daarachter een kleine dam en daarachter de zee. Er zit ook een kolonie aalscholvers, die ter hoogte van onze kamer de landing inzetten, een schitterend gezicht. We zullen ons hier best gaan vermaken de komende twee dagen.

Eilandhoppen

Vandaag maken we het weer mee waar Nova Scotia bekend om is. We starten met mist. Omdat mist meestal in de loop van de dag optrekt gaan we toch voor ons oorspronkelijke plan. Digby ligt vlak bij het schiereiland Digby Neck, daarachter ligt een eilandje (Long Island) en daar achter nog een eilandje (Brier Island). Tussen de eilandjes varen pontjes en voor 7 CAD kun je retour. Er kunnen 20 auto’s op, het zijn hele leuke bootjes. We drinken koffie op Digby Neck in een klein schooltje. De school wordt gecombineerd met een klein café, wat tevens ontmoetingsplaats is voor de lokale bevolking. De deur naar het piepkleine gymzaaltje staat open en ik kan het natuurlijk niet laten om daar even een blik naar binnen te werpen. Op Long Island lopen we de trail Balanced Rock, waar we ook picknicken. Balanced Rock is een vertikale rots, die slechts een klein stukje op een andere rots staat. Aan het eind van de trail gaan er 165 trap treden naar beneden naar de rots. Het eerste gedeelte van het pad loopt door een prachtig bos met bijzondere mossen, grote varens en larixen. De natuur op de eilandjes is prachtig, overal bloemen en de mist geeft het een mystiek uiterlijk. De tweede trail die we lopen is de Fundy View Trail, die gaat over een heuvel. Aan de andere kant van de heuvel is het nog steeds vrij mistig, maar op de terugweg komt er ineens een vuurtoren te voorschijn, heel apart. De zon breekt dan door en op de terugweg kunnen we ook zien waar we varen. Morgen maken we de oversteek over land naar de zuidoost kust van Nova Scotia.

Walk in the footsteps of those who came before

Vandaag hebben we lekker uitgeslapen en zijn vervolgens de historie ingedoken. We zijn op bezoek geweest in Annapolis Royal, de eerste Europese nederzetting op Nova Scotia. Na een bezoek aan het VVV, dat hier altijd zeer de moeite waard is, omdat de mensen echt met passie over de bijzonderheden vertellen, zijn we begonnen in Port Royal. Dit is de eerste Franse compound in Noord Amerika, gesticht in 1605. De Fransen dreven handel met de oorspronkelijke bewoners, de Mi’kmaq indianen. In het plaatsje zelf staat het op één na oudste houten huis in Canada, een krotje, waarvan de planken gevaarlijk kraakten en doorbogen. Hier heeft het de titel museum. Ook zijn er een paar leuke galerieën. Wat jammer toch dat zo’n koffer z’n beperkingen heeft. Ook in Annapolis staat Fort Anne, een voormalig Brits fort met een orgineel buskruitmagazijn uit 1708. Hier hebben we nog een spelletje croquet gespeeld. Dat heeft wel iets van boerengolf. De tijd staat hier overigens niet stil, want we kwamen een wel heel moderne grasmaaier tegen. Terug in Digby is Kees nog gaan hardlopen om tegemoet te komen aan de ontwenningsverschijnselen……… Morgen zijn we nog een dag hier en dan gaan we lekker wandelen.